GerritenGeertje.reismee.nl

8 december: Elke acht kilometer één tegenligger.

In Calvinia hebben we nog een blik geworpen in het plaatselijk museum. Veel oude gebruiksvoorwerpen, oude kamers, oude slaapkamers, oude kleding, oude foto's. We hadden het wel snel bekeken. Toen moesten we op weg naar het noordoosten. De weg is recht en zo nu en dan zeggen we tegen elkaar: pas op , een (flauwe)bocht. Het volgende dorp is 140 km verder weg. We tellen de auto's en komen op twintig. Als we naast de weg kijken, zie je eigenlijk een groot heideveld, maar dan wat meer grond tussen de planten. Die struikjes zijn dor en droog en hebben scherpe naalden. Zo nu en dan zie je een groenere plant. Ook zien we die metalen watermolens, die vroeger ook wel in Friesland waren. Daar word dan water opgepompt, staat een of een paar groene bomen en soms een boerderij. Na 140 km komen we in Brandvlei aan: we drinken er koffie in een eettentje/winkeltje.Bij de volgende 140 km tellen we 40 auto's. Het is dan ook wat later op de dag. Naast de weg staan telefoonpalen, eindeloos en soms dwars over. Op die draden op een paal maken de vogeltjes een nestje. Dat nestje wordt steeds groter en kan wel een meter lang en breed zijn. De vogeltjes vliegen er vanonder in. Kilometers zie je geen enkele nest en soms zie je er tien op een kilometer. Het landschap verandert wel vergelekenbij de eerste 140 km. De struikjes hebben een andere kleur, wat geel soms en soms is het land kaler. In principe is het vlak, maar dan verschijnt er weer een bergje, dwz een klomp stenen, vaak zwart, gebarsten aan alle kanten. Toch verveelt het niet. Na Kenhardt moeten we nog 70 km tot we bij de Oranjerivier zijn. Hetzelfde dorre landschap met kaarsrechte wegen. En dan plotseling in de verte een groene strook. Een levensader, die rivier, waar weer veel druiven geteelt worden: sultana's. Ze irrigeren de velden weer door kanaaltjes te graven.Door middel van houten waterraderen wordt het waterpeil geregeld. In Keimoes wordt een nieuwe brug aangelegd. Dat wil zeggen meerdere bruggen, want de Oranjerivier heeft een hoofdrivier en nog meerdere nevenstromen. In de dorpen zoals Keimoes en Kakamas is het een drukte van belang met mensen die van hun werk komen, of boodschappen doen. We gaan naar de Informatie, maar daar is niemand. We worden aangeroepen en iemand die werktop eenANC-kantoor wenkt ons of ze ook kan helpen. We stellen onze vraag om een chalet te boeken in het Nationaal Park en dat doet ze voor ons. We slaan vlak buiten Kakamos af naar het Augrabies Nationaal Park. We komen aan, gaan naar de receptie en krijgen de sleutel van een prachtig chalet. Op het terras zittend met een temperatuur van ongeveer 30 graden horen we de waterval op de achtergrond. De Augrabies waterval is de zesde van de wereld, maar dan moet je niet zoals nu in de zomer komen. Met meer water komt er van allekanten water naar beneden. Nu is dat vaneen kant, maar het blijft indrukwekkend omdat die rivier nadat hij 60 m naar beneden valt, nog 18 km door een kloof stroomt. Wij wonen ongeveer100 m van de watervalvandaan en gaan na het warm eten kijken met de avondzon die bijna ondergaat. Wat een steenmassa!!! De waterval is nu nietzo spectaculair maar de steenmassa wel.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!